Beloften aan de vereerders

Beloften van Jezus aan de vereerders van het H. Hoofd.

1. “Ieder die helpt bij het verspreiden van deze devotie zal duizendvoudig gezegend worden, maar wee hem die het afwijst of tegen Mijn wens ingaat, zij zullen verstrooid worden in Mijn toorn en hun plaats zal niet meer gevonden worden” (2 juni 1880).

2. Onze Heer “zal hen kronen en bekleden met bijzondere heerlijkheid” die de devotie tot het H. Hoofd verspreiden. (10 september 1880).

3. “Hij zal hen bekleden met heerlijkheid ten aanschouwen van de engelen en mensen in de hoven van de Hemel, zij die Hem met glorie bekleedden op aarde, en Hij zal hen kronen met eeuwig blijvende gelukzaligheid” (10 september 1880).

4. Onze Heer zegent allen “die deze devotie op enigerlei wijze praktiseren of bevorderen” (16 juli 1881).

5. Ongekende zegeningen zijn beloofd aan wie zal proberen de verbreiding van deze devotie te verspreiden en doen toenemen (2 juni 1880).

6. Hoe meer wijzelf de devotie tot het H. Hoofd beoefenen, des te meer wij het werken van de H. Geest in onze ziel gaan zien en begrijpen. Daardoor zullen wij de Vader, de Zoon en de H. Geest beter leren kennen en meer liefhebben (2 juni 1880).

7. De devotie en de liefde tot het H. Hart van Jezus als Zetel van Goddelijke Barmhartigheid zal verhonderdvoudigen voor hen die de devotie tot het H. Hoofd van Jezus als Zetel der Goddelijke Wijsheid beoefenen (mei 1883).

8. Aan hen die Mij eren zal Ik mijn macht geven en Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn kinderen zijn en Ik zal mijn Teken op hun voorhoofd plaatsen en mijn Zegel op hun lippen (2 juni 1880).

9. Onze Heer gaf Teresa te verstaan dat de H. Johannes verwees naar Zijn H. Hoofd als Zetel der Goddelijke Wijsheid in de laatste twee hoofdstukken van Openbaringen (Apocalyps) en met dit Teken wordt het aantal van de uitverkorenen besloten (23 mei 1880).

10. Onze Heer toonde Teresa de grote zegeningen en genaden, die Hij bereid heeft voor allen die zijn Goddelijke Wil tot het einde toe bevorderen (9 mei 1880).

Bron

Het verschil tussen drie devoties: H. Hart, H. Aanschijn en H. Hoofd

Schema Hoofdstuk 8
Bron: Boodschap van Wijsheid Gods voor de XX-ste Eeuw, Tweede vervolg, blz. 95.


Beloften van Jezus aan de vereerders van Zijn H. Hart.

1. Ik zal hun al de genaden schenken, die ze nodig hebben in hun staat.
2. Ik zal vrede brengen in hun huisgezinnen.
3. Ik zal hen troosten in hun droefheden.
4. Ik zal hun veilige toevlucht zijn gedurende het leven en vooral bij hun dood.
5. Ik zal al hun ondernemingen overvloedig zegenen.
6. De zondaars zullen in mijn Hart de bron en de oneindige oceaan der barmhartigheid vinden.
7. De lauwe zielen zullen vurig worden.
8. De vurige zielen zullen zich verheffen tot een hoge volmaaktheid.
9. Ik zal de huizen zegenen, waar de beeltenis van mijn H. Hart zal worden uitgesteld en vereerd.
10. Ik zal aan de priesters de gave schenken om de meest versteende harten te treffen.
11. De personen, die deze godsvrucht verspreiden, zullen hun naam in mijn Hart geschreven vinden en deze zal er niet meer worden uitgewist.
12. Ik beloof aan allen, die op negen achtereenvolgende eerste Vrijdagen der maand zullen communiceren, de genade der eindvolharding te schenken; zij zullen niet in ongenade sterven, noch zonder het ontvangen van hun Sacramenten; mijn Goddelijk Hart zal hun in dit laatste ogenblik een veilige toevlucht zijn.



Beloften van Jezus aan de vereerders van Zijn H. Aanschijn.

1) Zij zullen in hun binnenste door de afdruk van mijn Mensheid een levendige afglans van mijn Godheid verkrijgen: zij zullen tot op de bodem van hun ziel daardoor verlicht worden, zo dat zij door de gelijkenis met mijn Gelaat stralender zullen zijn dan vele anderen, in de eeuwigheid.

2) Bij hun dood zal Ik het door de zonden geschonden beeld van God in hun ziel herstellen.

3) Zij zullen Mij, wanneer zij mijn Heilig Aanschijn in de geest van boetvaardigheid vereren, net zo aangenaam zijn als de H. Veronica: ze bewijzen Mij dezelfde dienst als zij, en Ik zal hun zielen mijn Goddelijke Geest inprenten.

4) Dit aanbiddelijke Gelaat is gelijk aan het zegel der Godheid, dat de eigenschap bezit de zielen, die zich daartoe wenden, het beeld Gods op te drukken.

5) Hoe meer zorg zij zullen dragen om mijn door Godslasteringen verminkte Gelaat te herstellen, des te meer zal ook Ik zorgdragen voor hun gelaat, hoezeer ook door de zonden misvormd, Ik zal hun mijn beeld weder opdrukken en het even mooi maken als het was bij hun Doopsel.

6) Wanneer u mijn Vader mijn Heilig Aanschijn aanbiedt, zult u de Goddelijke Toorn verzachten en met hemelse munt de bekering van de zondaren afkopen.

7) Met het aanbieden van mijn Heilig Aanschijn zal in niets geweigerd worden. Ik zal zelfs mijn mond openen om mijn Vader al uw zorgen aan te bieden.

8) Door middel van mijn Heilig Aanschijn zult u wonderen verrichten, Ik zal u met mijn Licht verlichten; Ik zal u met Liefde omgeven: Ik zal u in het goede standvastig maken.

9) U zult nooit door Mij verlaten worden.

10) Al degenen, die door woorden, gebeden of geschriften mijn zaak in dit verzoeningswerk steunen, zal Ik bij mijn Vader verdedigen. In hun doodsuur zal Ik het aanschijn van hun zielen van alle zondenvlekken reinigen en hun oorspronkelijke schoonheid terug schenken.


Een gedachte over “Beloften aan de vereerders

Plaats een reactie